Verwarring & vertrouwen(2)

In de Psalmen staan aanvechting en geloofszekerheid vaak naast elkaar. Hoe vaak lezen we niet dat de dichter diep in de put zit en vol smart de ene klacht na het andere smeekgebed laat horen. Maar soms, na een paar verzen al, is er vreugde en wordt God geloofd en geprezen. Blijkbaar kan de stemming in no time omslaan van mineur naar majeur!

Zondag 9 juni 2024

2e zondag na Trinitatis

 

Uw wil doen is mijn lust te allen tijd (Ps. 119:42 GK).

 

Geloof is iets wonderlijks. Het moet je door God gegeven worden; de Heilige Geest werkt het in je hart (Ef. 2,8; DL I,6). Tegelijk is het ook een menselijke activiteit (DL II,7). De apostolische geloofsbelijdenis begint met ‘ik geloof’; een (heel persoonlijk) werkwoord! In HC vr/antw 21 horen we dat terug: een stellig weten en een vast vertrouwen. Het NT-Griekse ‘pistis’ betekent zowel ‘geloof’ als ‘vertrouwen’. Iets dat wij mensen vaak moeilijk vinden. We houden zo graag zelf de touwtjes in handen. We willen zelf de controle over ons leven en het liefst niet van anderen afhankelijk zijn. Want vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard, zo is het toch? Maar God wil ons al het goede geven, uit genade, op grond van de verdienste van Christus. We mogen met onze vuile, lege handen naar Hem toe gaan om ze te laten wassen en vullen. Niets uit onszelf, alles door Hem!

 

Overgave

Bij teambuildingsessies wordt wel eens de oefening gedaan dat je jezelf met gesloten ogen achterover moet laten vallen in het volle vertrouwen dat de ander je opvangt. Daarvoor moet je soms best een drempel over, helemaal als jouw vertrouwen in anderen beschadigd of zelfs helemaal verdwenen is door wat je in je leven hebt meegemaakt. Maar laat je met een gerust hart in Gods sterke vaderarmen vallen, daar ben je veilig. 

Laten we het de Here Jezus nazeggen: Vader, laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat U wilt (Marc. 14,36). Met deze belijdenis op de lippen: “Ik wil mijzelf van nu voortaan blijmoedig aan U geven”. Afkomstig uit dat overbekende lied. Misschien hebt u het al talloze keren gezongen terwijl het ondertussen dwars tegen uw gevoel of ervaring inging: “Wat God doet dat is welgedaan, zijn wil is wijs en heilig” (LB 909).

 

Toekomst

Het muziekfragment van vandaag heeft diezelfde strekking. Opnieuw een alt-aria uit wederom een cantate waarin het orgel als solo-instrument een hoofdrol heeft; BWV 35. Deze cantate heeft de titel ‘Geist und Seele wird verwirret’; geest en ziel zijn in verwarring. Dat herkennen we wel. We hoeven de krant maar te lezen of het journaal aan te zetten of de ellende komt ons tegemoet. Oorlogen, hongersnood, natuurrampen, onrecht, ziekte en dood. Ver weg maar ook dichtbij is er nog veel onzeker en onduidelijk en we kunnen ons grote zorgen maken over hoe de nabije toekomst eruit zal komen te zien. Maar BWV 35 heeft het over een ander soort verwarring, namelijk wat ons overkomt als we God mogen aanschouwen. Van zijn wonderdaden raken mensen compleet ondersteboven. Wij zijn onmachtig (doofstom) om Hem te begrijpen en te doorgronden (aldus Luther). Laten we ons daarom in geloof hieraan mogen optrekken: “God heeft alles welgedaan. Zijn liefde en trouw zijn iedere dag weer nieuw. Als angst en zorgen ons terneerdrukken, zendt Hij zijn rijke troost. Hij waakt over ons.”

Luisteren: https://bit.ly/3r4r0SY