God zorgt

Als je tot God bidt mag je erop vertrouwen dat Hij hoort en reageert. Weliswaar op zijn manier en op zijn tijd en dat strookt vaak niet met hoe wij het graag willen. Toch vraagt Hij dat we ons volledig aan Hem overgeven en ons leven in zijn hand leggen. Want allen die Hem aanroepen in vast vertrouwen is de HEER nabij (Ps. 145,18).

Zondag 8 oktober 2023

18e zondag na Trinitatis

De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt (Ps. 23,1 BGT).

Een lied waarmee we ons dat geloofsvertrouwen te binnen mogen zingen is het bekende gezang 429 uit het Liedboek voor de Kerken (1973). Tekst en muziek zijn van de hand van Georg Neumark (1621-1681). Als 18-jarige ging hij onderweg van Gotha naar Köningsbergen (het huidige Kaliningrad) om daar te gaan studeren aan de universiteit. Een reis van ± 1000 km. Waarom zo ver weg? Wellicht had de keuze voor deze Albertina-universiteit te maken met de aanwezigheid van de destijds beroemde geleerde en dichter Simon Dach (1605-1659) die daar magister en later ook rector was. Reizen bracht in die tijd behoorlijke gevaren met zich mee, dus sloot Georg zich met een stel vrienden aan bij een reisgezelschap van verschillende kooplieden. Helaas kon dit niet verhinderen dat ze alsnog werden overvallen en van al hun bezittingen beroofd. De lol was er uiteraard vanaf en hoewel Georg blij was dat hij het er levend vanaf heeft gebracht besloot hij de studieplannen te laten voor wat ze zijn en Hamburg aan te doen, met het idee daar wat geld te verdienen en dan verder te reizen. Hij schreef een roman en musiceerde in herbergen, maar veel leverde dat allemaal niet op. 

Later schreef Neumark zelf dat hij in deze tijd vaak ’s nachts op de knieën ging en God onder hete tranen om hulp bad. Maar dat leek dus tevergeefs. Tot hij in het voorjaar van 1641 een betrekking in de schoot geworpen kreeg als huisleraar in het gezin van een notabele in Kiel, 100 km ten noorden van Hamburg. Hij schreef: dit plotselinge geluk, dat mij uit de hemel ten deel viel, gaf me zoveel vreugde dat ik nog op dezelfde dag het lied ‘Wer nun den lieben Gott läßt walten’ op papier zette om ‘meinen lieben Gott zu ehren’. Vijftien jaar later verscheen het in een bundel liederen en gedichten van Neumark en al tijdens zijn leven werd het een bekend kerklied. 

Vandaag de dag kunnen we toch wel stellen dat het geliefd was en is bij vele generaties Duitse en Nederlandse kerkgangers. Neumark verwees naar Ps. 55,23 als basisgedachte onder dit lied; zoekt u het gerust even na. De melodie is door de eeuwen heen op verschillende plaatsen nog wel eens wat gewijzigd en ook de vertaling van LvdK 429 (van ds. Abraham Rutgers, 1751-1809; predikant in Doorn, Amersfoort en Haarlem) is in de loop van de tijd nog wel eens wat aangepast. De redactie van het ‘nieuwe’ Liedboek (2013) besloot daarom een nieuwe vertaling te laten schrijven door Sytze de Vries (LB 905). 

We luisteren naar een koraalbewerking van dit lied (opus 135a) door Max Reger (1873-1916) die 150 jaar geleden werd geboren. Gespeeld door Charles de Wolff op het Strümphler-orgel in de Eusebiuskerk van Arnhem: https://bit.ly/3LshUcj