Zondag 8 december 2024

2^e zondag van Advent – Populus Sion
Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï (Ps. 72,20).

Het bekende Duitse adventslied ‘Es ist ein Ros entsprungen’ werd door evangeliste, dichteres en dirigente Suzanna Maria van Woensel Kooy (1875-1934) als volgt vertaald: Een roze, fris ontloken, uit tere wortel kwam. Want d’oudheid had gesproken: ‘Zij bloeit uit Jesse’s stam.’ Verwijzend naar de OT-profetie: Uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei (Jes. 11,1) waarnaar Paulus verwijst als hij het over Jezus heeft (Rom. 15,12). 

Wortel van Isaï
Over Isaï zelf weten we weinig. Hij was een zoon van Obed en dus een kleinzoon van Boaz en Ruth (Ruth 4,17-22). Afkomstig uit de stam Juda (Matt. 1, 3-6) en wonend in Bethlehem (1 Sam. 17,12). Of hij nou 7 (1 Kron. 2,13-15) of 8 zonen (1 Sam. 16,11) had; hij was in ieder geval de vader van David, de herdersjongen die tot koning over Israël werd gezalfd en uit wiens nageslacht de beloofde Messias geboren zou worden (Hand. 13,22-23). Het huis van David was in verval geraakt en de stad van David was een nietsbeduidend vlekje op de kaart (Micha 5,1). Bethlehem, gesticht door Salma (1 Kron. 2,51) roept nou niet meteen de mooiste herinneringen naar boven: Rachel, Jacobs lieveling, is er begraven (Gen. 35,19) en er is een link met afgodendienst (Recht. 17-18) en de gruweldaad in Gibea (Recht. 19). Het dorpje is eigenlijk z’n naam niet eens waard, want hongersnood zorgde ervoor dat men zelfs dit Broodhuis moest ontvluchten (Ruth 1,1). Toch kiest de HERE juist dit onaanzienlijke plekje uit om zijn Zoon geboren te laten worden (Matt. 2, 5-6). Overeenkomstig de belofte die Hij aan David had gedaan (2 Sam. 7,16; Ps. 89,4). Gebeden worden verhoord: God ontfermt zich over het volk (populus) van Sion (Jes. 30,19) en schenkt nieuw leven op een dode boomstronk (Ps. 80,10/16).

Sleutel van David
Hij die de sleutel van David heeft – wanneer Hij opendoet kan niemand sluiten, wanneer Hij sluit kan niemand openen (Opb. 3,7). Christus, nakomeling uit het huis van David, eist zijn koninklijke plaats op. In Jes. 22,15-25 lezen we dat de HERE aan hofmeester Sebna laat verkondigen dat hij door Eljakim vervangen zal worden: die zal de sleutel van het huis van David krijgen. Ontrouw neemt de HERE hoog op en wordt gestraft, maar godvrezenden worden door Hem gezegend. Al direct na de zondeval belooft God dat Hij het er niet bij laat zitten (Gen. 3,15); uit de stam Juda zal Hij een Redder voortbrengen die zal heersen over alle volken (Gen. 49,10). Jezus, Christus, de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald. Hij, Gods Zoon, kwam naar de aarde en werd geboren als een klein kindje; letterlijk Immanuël, God met ons. Hij maakt ketenen los (Jes. 58,6) en ontsluit voor ons de poort van het paradijs (LB 474:6). Sterker nog, Hij is niet alleen de sleutel, maar ook de deur; de enige toegang tot de Vader (Joh. 10,9; 14,6b). Daarom: Heer, open voor uw kinderen de poorten van uw woning wijd (GK 215:5). Verlos ons, toon ons ’t lieflijk licht van uw vertroostend aangezicht (Ps. 80)!

Luister HIER naar het muziekfragment voor vandaag!