Veel zorgen, één kerk...
De vermoeidheid waar we het vorige week over hadden, kan ook toeslaan in de kerk. Je spant je tot het uiterste in, maar vaak lijkt het weinig tot niets uit te halen of heeft het maar weinig merkbaar effect. Niet dat dat per se moet natuurlijk, maar soms kan dat gevoel je bekruipen: wat heeft het allemaal voor zin? Je slooft je uit; commissie zus, ambt zo, vergadering die, werkgroep deze…
Zondag 21 januari 2024
3e zondag na Epifanie
De hartstocht voor uw huis heeft mij verteerd (Ps. 69,10).
De Goede Zaak
O zeker, je weet wel: het is voor de Goede Zaak! Maar soms lig je er zelfs wakker van en dat kan toch de bedoeling niet zijn van de kerk? En daarbij, gaat het allemaal wel de goede kant op? Eerst al dat gedoe over die zgn. nieuwe hermeneutiek, met als gevolg dat toch wat vreemde synodebesluit: we kunnen blijkbaar uit één en dezelfde Bijbel leren dat vrouwen wel in de ambten mogen dienen, maar tegelijk ook dat het niet mag. Twee Bijbelse lijnen die verdisconteerd dienen te worden, aldus het synoderapport. Spreekt dat elkaar niet tegen? In de (pastorale) praktijk zorgt het onherroepelijk voor problemen. Vervolgens het dikke boek van een Kamper professor over genderstudies en seksuele diversiteit dat stof (tot nadenken, dat wel) doet opwaaien. En toen de fusie tussen de GKv en de NGK die samen verder gaan als NGK, dus huppekee, weg GKv en alles wat daarnaar riekt… Uiteraard, het grafschrift van K. Schilder (Joh, 17,21) is een bijbelse opdracht voor zijn kerkelijke nazaten, maar ten koste van wat? Angst is een slechte raadgever. Toch kan ik me heel goed indenken dat veel kerkelijk meelevende mensen denken: wat wordt de volgende stap? Kinderen aan het avondmaal? Of loop ik dan al achter? Een fusie met de PKN dan? Vroeger werd er gewaarschuwd tegen independentisme, maar waar blijkt vandaag de waardering van het kerkverband nog uit? Je mag tegenwoordig al blij zijn als je je ‘thuis’ voelt in je eigen kerkelijke gemeente, zonder al teveel fratsen en met een fijne dominee. Het lijkt ieder voor zich en er wordt zogezegd veel tegen elkaar in gebeden. Maar dit blijft overeind: ‘HEER, leer ons uw paden te gaan en wijs ons de weg van uw waarheid. Wijs zondaars de weg en leid nederigen in het rechte spoor. Geef dat we in ontzag voor U leven en leer ons de rechte weg te kiezen’ (naar Ps. 25,4-5;8-10). Uw wil te doen, mijn God, verlang ik (Ps. 40,9)!
Waarheen?
Waar het met de kerk naartoe gaat, dat weet God alleen. Hij houdt zijn kerk in leven, hoe ook bespot, verdrukt, door dwalingen omgeven, verscheurd, uiteengerukt… Vandaag luisteren we naar de ‘oerversie’ van het lied ‘The church’s one foundation’, van Samuel John Stone uit 1860 op de weergaloze melodie ‘Aurelia’ van Samuel Sebastian Wesley (1810-1876). Gebaseerd op 1 Kor. 3,11 (Niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf) verscheen het lied in Stone’s bundel ‘Lyra Fidelium’ (1866) bij de Apostolische Geloofsbelijdenis. Opvallend en grappig vind ik nog altijd dat waar ons als GKv (ja, sorry, dat gevoel is natuurlijk niet zomaar weg…) het ‘ware kerk’-denken werd verweten, wij ‘De kerk van alle tijden’ zongen, terwijl het Liedboek voor de kerken (gez. 303) de vertaling van Willem Barnard zong met de tekst ‘De ware kerk des Heren’.
Ef. 4,4-6
Hoe het ook zij, het lied staat als een huis. En de kerk ook. Op een stevig fundament, namelijk Christus, haar Heer en Heiland. Eén naam is onze hope, één grond heeft Christus’ kerk, zij rust in éénen doope, en is zijn scheppingswerk. Kort geleden hebben we het kerstfeest mogen vieren: ‘Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af.’ En we maken ons weer op voor Pasen: ‘Hij was het die door zijn sterven aan haar het leven gaf.’ Dat mag ons zekerheid geven in (kerkelijk) onzekere tijden. ‘In rampspoed moeit’ en zorgen, in ’t heetste van de strijd, wacht zij de grote morgen, de vrede voor altijd. Tot eens haar hunkrend’ ogen aanschouwen, blij ontroerd, hoe God haar komt verhogen en tot victorie voert.’
Da’s nog eens een toekomst vol van hoop!
Luisteren: https://bit.ly/3vjYl0F